Koninginnenteelt op Neeltje Jans
Sinds 2015 staan er darrenvolken met koninginnen van Texelse oorsprong op bevruchtingsstation Neeltje Jans. Uit resultaten van het monitoring onderzoek uitgevoerd door Romée van der Zee kwam naar voren dat Apis mellifera mellifera (Amm, de donkere bij) beter met varroamijten overweg kon dan de bijenvolken op het vasteland. Dit is de reden geweest dat DDB is overgestapt van de Primorsky bij naar de Amm bij. De directe aanleiding voor de overstap is het wettelijke Europese verbod om nieuwe Primorsky koninginnen uit de USA in te voeren.
In 2021 stonden er 5 darrenvolken op Neeltje Jans en hebben 13 imkers in totaal 117 bevruchtingskastjes ingezonden, waarvan er 80 bevrucht zijn teruggekomen. De eerste periode is vanwege het slechte voorjaar niet doorgegaan, maar de 2e en 3e periode zijn goed verlopen. Het doel is om de populatie Amm bijenvolken met Texelse oorsprong op het vasteland te vergroten. Egbert Touw en Henk Kok hebben aan de deelnemende imkers larfjes geleverd van Amm volken die verwant zijn aan Texelse koninginnen.
Dit jaar hebben Henk Kok en Jaap van der Leeden overgelarfd van twee volken op Texel. Dertig larfjes zijn meegenomen naar Veenendaal en 20 onbevruchte koninginnen zijn aangepaard op Neeltje Jans. Uiteindelijk zijn hiervan 8 koninginnen ingewinterd. Tijdens het overlarven op Texel zijn er door 2 imkers op Texel moerloos gemaakte volken van larfjes voorzien. Tijdens een tweede bezoek zijn er bevruchtingskastjes op Texel bij deze imkers aangemaakt en voor bevruchting op Texel weggezet. Henk Kok heeft 8 kastjes met op Texel uitgelopen koninginnen aangemaakt. Bij een derde bezoek aan Texel konden 6 bevruchte volledig Texelse koninginnen worden opgehaald. Bij het invoeren zijn veel koninginnen gesneuveld door roverij. Uiteindelijk is er 1 koningin overgebleven en ingewinterd. In het voorjaar van 2022 zullen van de jonge volken vleugels worden gemeten om te bepalen of er vooruitgang is geboekt.
Metingen van vleugelmonsters genomen op Texel
Dit jaar zijn op Texel van in totaal 67 volken, afkomstig van 7 imkers, de vleugels gemeten. Hiervan zijn de vleugelindexen uitgerekend en is met het programma IdentiFly de waarschijnlijkheid van overeenkomst met de ondersoort Amm bepaald. Van de beste koninginnen uit deze metingen is overgelarfd. Tevens is een indruk gekregen van de mate van raszuiverheid van de bijenvolken op Texel. Een derde van de bijenvolken op Texel komt behoorlijk overeen met de Amm referentieverzameling bewaard in Oberursel (Duitsland). Het doel is om samen met de Texelse imkers de raszuiverheid van de bijenpopulatie te verhogen.
Opzet en ontwikkeling van een KI installatie
Egbert Touw heeft voor de DDB KI apparatuur operationeel gemaakt, bestaande uit een stereomicroscoop, een Schley inseminatie inrichting, een sperma bewaarkist en een sperma opslagvat met menginstallatie. De kennis voor het mengen en bewaren van de sperma is verkregen van Jürgen Brause uit Blankensee bij Berlijn. In de sperma bewaarkist worden de gevulde rietjes op een constante temperatuur van 18 °C gehouden middels een koelingselement met thermostaat. Deze kist is gekocht van Gunther. De menginstallatie is door leerlingen van de instrumentmakerschool nagemaakt van het voorbeeld van Jürgen Brause, en verbeterd bij de opstelling van de aandrijving ten opzichte van het mengvat.
Dit jaar is met medewerking van Arno van Dort het roerstaafje verbeterd waardoor er minder sperma in het mengvat achterblijft. Egbert heeft een bezoek gebracht aan mevrouw Winkler, die een inseminatie opdracht uitvoerde voor de Buckfast vereniging in Bussum. Van haar heeft Egbert speciale inseminatie spuiten gekocht die de grote sperma-capillairen kan opnemen en in de bewaarkist passen en passend gemaakt zijn voor het inseminatie-apparaat van Schley. Nu de apparatuur na 2 jaar kennis vergaren en ontwikkeling compleet operationeel is, zullen we in 2022 de eerste Amm koninginnen gaan insemineren.
Oprichting van de Amm rasvereniging “’t Landras”
Dit jaar is een nieuwe landelijke rasvereniging voor de donkere bij “’t Landras Apis mellifera mellifera” opgericht met als voorzitter Egbert Touw. Herman Offerhaus is als secretaris overgegaan van de oorspronkelijke lokale vereniging ’t Landras met voornamelijk leden in Oost Nederland. Penningmeester is Auke Vonk. Stichting De Duurzame Bij blijft onafhankelijk bestaan mede voor de aansturing van Neeltje Jans. Het stichtingsbestuur van DDB is lid geworden van de nieuwe vereniging.
Deelname aan het project Samen Imkeren georganiseerd door Bijen@WUR
Deelname van DDB bestuursleden aan het project Samen Imkeren samen met 2 BD imkers, Beebreed volken van 3 verschillende imkers, volken van de Vitale Bij uit Laren, volken van de Hoge Veluwe selectie van Bijen@WUR en volken gekocht van de markt als controlevolken. Behalve de laatste groep van 12 volken worden alle andere groepen niet bestreden, De volken staan bij elkaar op Droevendaal in Wageningen.
Elke week worden de mijten geteld. Eén keer per maand wordt een monster bijen genomen om het percentage foretische mijten te bepalen en wordt een topfoto genomen om de ontwikkeling van de omvang van het volk te bepalen. Daarnaast zijn er darrenbroed en eitjes afgenomen voor virusonderzoek uitgevoerd in Gent en Berlijn. De methode van bewerking van de mijttellingen op de varroalade is ontwikkeld door Henk Kok van DDB. Op basis van de bewerkte mijttellingen kunnen volken en groepen volken met elkaar vergeleken worden, hoe sterk de ontwikkeling van de mijtval in de volken is geweest, wat als maat voor varroatolerantie gebruikt kan worden.
Vanaf de oprichting van DDB in 2002 zijn leden bezig geweest met de selectie op varroatolerante volken. De selectie van volken geteeld bij DDB op Neeltje Jans is gebaseerd op het tellen van mijten op de varroalade. Nadat DDB is overgestapt naar Amm bijen is expliciet de keuze gemaakt voor Nederlandse Amm bijen. De laatste restanten van deze oorspronkelijk in noordwest Europa algemeen voorkomende bij zijn nog te vinden op Texel en Terschelling. De keuze van DDB voor de Amm bij is in eerste instantie gemaakt op basis van haar goede eigenschappen in de omgang met de varroamijt, maar in tweede instantie om de Amm bij van de ondergang te redden in het kader van behoud van biodiversiteit.
Opzet van een installatie om vleugelfoto’s te maken voor de selectie op ondersoort
Als je zegt dat je Amm bijenvolken houdt moet je ook kunnen bewijzen dat de bijenvolken tot deze ondersoort behoren. Er zijn verschillende meetmethoden om dit te bepalen. Voor alle methoden heb je een microscoop nodig om nauwkeurige microfoto’s te kunnen maken. In 2021 heeft Henk Kok met een stereo-microscoop en daarna met doorlichtmicroscopen microfoto’s van vleugels gemaakt. Met behulp van het tekenprogramma Autocad konden de foto’s gedigitaliseerd worden en met een Autolisp programma de vleugelindexen berekend worden. De resultaten worden in een spreadsheet gepresenteerd om vast te stellen of een gemeten volk tot de ondersoort Amm behoort. Naast vleugelindexen wordt nu eveneens gewerkt met IdentiFly van Tofilsky ter bepaling van vleugelmorfometrie.
SICAMM is een Nederlandse stichting geworden onder leiding van de voorzitter van de DDB
SICAMM is een Europese organisatie van imkers in landen waar Amm bijen voorkomen. Het is een verzameling enthousiaste imkers die om het jaar een congres houden. In 2017 was de organisatie in handen van DDB. Marleen Boerjan, voorzitter van DDB, is in 2019 gevraagd voorzitter te worden van SICAMM en heeft in 2021 ervoor gezorgd dat SICAMM een Nederlandse stichting is geworden met een bankrekening, zodat SICAMM de status van een onafhankelijke financiële organisatie kreeg.
Stamboek Amm
In 2021 is door DDB een begin gemaakt met het in kaart brengen van in Nederland aanwezige Amm koninginnen, vooralsnog van koninginnen van bij DDB aangesloten imkers. Naast de afstamming van deze koninginnen wordt ook de mate van raszuiverheid bepaald door de analyse van de vleugelmorfometrie met het IdentiFly programma.
Verder wordt de mate van varroatolerantie opgetekend zoals die bepaald wordt door de vorm van de groeicurve van de varroapopulatie in een bijenvolk. Deze curve wordt berekend aan de hand van regelmatige varroatellingen op de onderlade. Het gegevensbestand is in te zien op deze website.