De studiedag van 11 februari was een succes mede dankzij het feit dat het bestuur, na een zoektocht van een aantal jaren, een heldere koers kon presenteren. In korte presentaties door de diverse bestuursleden (MB,ET, HK, JvP) zijn de activiteiten en plannen uitgelegd. Een en ander resulteerde in een levendige discussie tussen de 35 deelnemers en het bestuur van de DDB.
Uiteraard staat voorop dat we met varroatolerante/-resistente bijenvolken willen werken. Het DDB bestuur heeft er alle vertrouwen in dat bijenvolken kunnen overleven ook al lopen er varroamijten in rond. Het selectiekenmerk is een geringe groei van de varroapopulatie (presentatie Henk Kok). Voor de vermeerdering van varroatolerante bijenvolken gebruiken we het bevruchtingsstation Neeltje Jans waar wij geselecteerde darren leverende volken neerzetten.
Wij zien het bepalen van de groei van de mijtpopulatie aan de hand van de groei van de dagelijkse mijtval als een, voor imkers, werkbaar selectie criterium. De presentatie van Job van Praagh maakt duidelijk dat de dagelijkse mijtval het gevolg is van (1) het gedrag van het volk als organisch geheel (2) de erfelijke eigenschappen van zustergroepen en (3) omgevingsfactoren.
De omgevingsfactoren moeten we ruimer zien dan drachtbronnen, ook de imker, bedrijfsmethode, is voor het bijenvolk een factor van belang. Egbert Touw onderzoekt, samen met een aantal Helmondse imkers, of bijenvolken op kleine cellen de groei van de mijtpopulatie onderdrukken.
We hebben gekozen om verder te gaan met de ‘zwarte’ Apis mellifera mellifera bij, niet in de laatste plaats dankzij de contacten met de Texelse imker Jaco van de Ree en Belgische ‘zwarte bij’ imkers (https://limburgsezwartebij.be) en de internationale contacten met SICAMM (www.sicamm.org).
We gaan verder als stichting, maar geïnteresseerde imkers kunnen zich aanmelden bij diverse werkgroepen.